Skip to main content

Veilig overstappen naar de warmtepomp

Met deze stappen kan je zonder zorgen van het aardgas af

Heb je besloten dat je overgaat op een warmtepomp? Lees dan dit artikel met praktiche informatie voor een veilige overstap. Zo verloopt je overstap naar een duurzame warmtepomp makkelijk en kom je niet voor vervelende verrassingen te staan!

Heb je een oudere woning? kijk ook eens op maatregelen per bouwperiode.

1. Energiezuinige ventilatie

Lees dit als jouw huis geen ventilatiesysteem heeft (oudere woning)

Voordat je met isoleren begint is het belangrijk om te zorgen voor voldoende ventilatie. Je maakt bij het isoleren immers ook alle kieren dicht die in oudere woningen ook voor luchtverversing zorgen. Laat dus, voordat je de woning helemaal afsluit, eerst een energiezuinig ventilatiesysteem aanbrengen. Dit voorkomt vocht en schimmel en zal zorgen voor voldoende verse lucht zonder onnodig energieverlies.
En omdat het energieverlies van de woning hierdoor lager is, zal je hiermee direct energie besparen zodat er vaak een kleinere warmtepomp nodig is voor jouw woning.

Lees dit als jouw huis wel een ventilatiesysteem heeft (jongere woning)

Heeft jouw huis een ventilatiesysteem zonder warmte terugwinning of is dit niet bekend? Laat dit dan door een installatiebedrijf controleren. Vaak kan het ventilatiesysteem energiezuiniger gemaakt worden maar je kan ook kiezen voor een warmtepomp die de warmte uit de ventilatielucht kan gebruiken.

2. Isolatie en kierdichting

Een huis is geschikt voor een all-electric warmtepomp als deze een Rc-waarde heeft van 2,5 of beter en overal  minimaal HR++ glas. Zorg hiernaast voor een goede kierdichting en laat dit bij twijfel controleren met een blowerdoortest. Kierdichten is over het algemeen niet duur maar is wel heel belangrijk voor een energiezuinige en comfortabele woning.

Ga je grondig reoveren, neem dan de nieuwbouwwaardes als uitgangspunt voor jouw isolatie.

Voor oudere woningen (tot 1993)

Bij een oudere woning hebt zal de isolatie eerst voldoende moeten zijn voor een succesvolle overstap naar de warmtepomp. Als je deze stap overslaat zal je een grotere warmtepomp nodig hebben, meer energie gebruiken dan nodig en loop je de kans dat het niet voldoende warm wordt bij strenge vorst.

Jongere woningen (vanaf 1993)

Bij woningen met een bouwjaar vanaf 2000 is HR++ glas meestal standaard. Als je nog geen HR++ hebt kan je bij vervangen ook kijken of HR+++ (triple glas) of Vacuümglas mogelijk is in jouw situatie. Deze glassoorten besparen nog meer energie en geven meer comfort in de woning.

3. Afgiftesysteem en leidingen

Bij verwarming met een warmtepomp is de afgiftetemperatuur van het afgiftesysteem van groot belang. Omdat de efficientie van de warmtepomp voor een groot deel wordt bepaald door de afgiftetemperatuur, is het nodig om hier voldoende aandacht aan te besteden. Kosten voor verwarmen zullen anders kunnen tegenvallen en er bestaat een kans dat de woning bij strenge vorst niet goed warm gehouden kan worden. Er zijn diverse afgiftesystemen die geschikt zijn voor het gebruik met een warmtepomp zoals vloerverwarming en lage temperatuur convectoren, verwarming in de wand of via lucht kan ook worden toegepast in combinatie met een warmtepomp. Een afgiftetemperatuur van 35° C is optimaal voor een warmtepomp.

Omdat een warmtepomp op een lagere temperatuur verwarmt, zal er meer verwarmingswater door het verwarmingssysteem worden gepompt. Zorg dat het leidingwerk, de ventielen en kranen, geschikt zijn voor het vermogen dat moet worden afgegeven.
Laat dit vooraf controleren door de installateur om stromingsgeluiden of onvoldoende verwarmingscapaciteit te voorkomen.

4. Hoeveel warmte heb ik nodig?

Het is belangrijk om van tevoren goed te bepalen hoeveel warmte je precies nodig hebt. De warmtevraag, uitgedrukt in kiloWatt (kW), geeft aan hoeveel energie de warmtepomp minimaal moet kunnen leveren als het zeer koud is. Is dit vermogen te klein, dan zal je het bij strenge vorst niet goed warm kunnen krijgen, is deze te groot, dan kan de warmtepomp gaan pendelen. De gekozen warmtepomp dient ook bij strenge vorst voldoende warmte te kunnen opwekken voor:
- het op temperatuur houden van de woning
- het compenseren van het ventilatieverlies
- het compenseren van het infiltratieverlies
- het bereiden van warm tapwater
- voorzien in vermogen voor eventuele verhoging van temperatuur.

Eerst stellen we de warmtevraag van de woning vast
Er zijn drie methoden om te komen tot de vaststelling van de warmtevraag die voldoende is om de woning op temperatuur te houden:

Bepaal de warmtevraag

Indicatief/controle (onnauwkeurig)

Voorbeeld: het jaarlijks gasgebruik van een woning met drie personen is 1.400 M³ aardgas.
Voor warm tapwater en koken gebruikt dit gezin 300 M³, ruimteverwarming gebruikt deze woning 1.100 M³ aardgas.
Volgens deze berekening vermenigvuldig je het gebruik voor ruimteverwarming (1.200) maal 10  en deel je dit door de stookuren (1.600). Dit is dan de berekening: 1.100 x 10 : 1.600 = 6,875. De indicatieve warmtevraag in dit voorbeeld is 7 kW.
Let op! De kierdichting moet in dit geval zeer goed zijn en het getal voor het jaarlijks gasgebruik moet representatief zijn voor de woning en de stooktemperatuur.
Een installateur zal uiteindelijk zelf de warmtevraag en warmtewens vaststellen, het installatiebedrijf is er immers verantwoordelijk voor dat de woning voldoende warm gemaakt kan worden.

Praktijktest (nauwkeurig)

Meet, bij strenge vorst en wind, 10 uur lang zonder nachtverlaging het gasgebruik van de woning (22:00 uur tot 8:00 uur). Vermenigvuldig het gebruikte aantal M³ aardgas met 9 (door de cv-ketel heen zit er ca 9 kWh warmte in een M3 aardgas) en deel dit door 10 (het aantal uren van deze test). Voorbeeld: van 22:00 uur tot 8:00 uur de volgende dag is er 7,78 M³ aardgas gebruikt. Door 7,78 te vermenigvuldigen met 9 (het aantal kW afgifte per M³ aardgas) gedeeld door de uren (10 uur) is de berekening als volgt: 7,78 x 9 : 10 = 7kW.  Let op! Het stook- en ventilatiegedrag bij deze test moet wel representatief zijn voor het gemiddeld gedrag in de woning.

Dynamische warmteverlies-berekening

Dit is een berekening van de warmtevraag op basis van alle verlies- en winstfactoren zoals: transmissie, compactheid, gebruik, infiltratie, ventilatie, warm tapwater, omgevingsfactoren (winddruk, zoninstraling)

Opwarmfactor en bereiden van warm tapwater
De zelf berekende warmtevraag (indicatie en praktijktest) is een warmtevraag die voldoende is om de woning op temperatuur te houden. Om bij vorst de woning op te warmen en voor bereiding van het warme tapwater is ook vermogen nodig.  Afhankelijk van het gebruikte ventilatiesysteem, de kierdichtheid, het aantal graden verlaging en de wenselijke snelheid van opwarmen, zal een opwarmfactor worden gekozen. Vaak kiest men 10 tot 20% overcapaciteit op de warmtevraag.

Warm tapwater
Het benodigd vermogen voor het bereiden van warm tapwater wordt bepaald door het gebruik, de gebruikte douchekop en ofdat er een douche-WTW in het systeem aanwezig is. In de meeste gevallen ligt het benodigd vermogen voor warm tapwater tussen 0,1 en 0,25 kW per persoon.
Totale vermogen dat de warmtepomp moet kunnen opwekken bij strenge vorst.
Als je het berekende vermogen, de opwarmfactor en het vermogen voor warm tapwater optelt, heb je het vermogen waar je veilig de overstap naar aardgasvrij mee kan maken.

5. Hoe groot moet de boiler zijn?

Hoeveel liter warm tapwater je gebruikt, hangt af van het aantal personen, de douchekop en hoe snel je achter elkaar wilt douchen. De warmtepomp is niet 1-op-1 te vergelijken met een cv-ketel. Warm tapwater wordt in tegenstelling tot veel cv-ketels van tevoren in een boiler bereidt. Het is daarom belangrijk dat je een boiler kiest met de juiste inhoud. Je voorkomt daarmee dat je onder een koude douche staat als de boiler te klein is of je onnodig veel energie verliest bij een te grote boiler.

Meest gekozen boilermaten

Boiler voor 2-4 personen: 100-200L
Boiler voor 4-6 personen: 175-350L
Keuze voor inhoudsmaat is afhankelijk van de douchetijd, de douchekop en het gebruik van een douche-WTW. 

6. Wel of geen buffervat?

De plaatsing van een buffervat is nodig bij een lage massa van het afgiftesysteem (bijvoorbeeld bij convectoren). De massa in de buffer voorkomt dat het verwarmingssysteem de warmte niet kwijt kan en de warmtepomp onnodig vaak uit- en aangaat. Soms is een buffer nodig om comfortverlies te voorkomen tijdens ontdooicycli. Bij een goed ingeregeld verwarmingssysteem zorgt een buffervat voor voldoende stroming en een optimale werking van het systeem. In veel gevallen zullen de stroomkosten hierdoor ook verminderen.

7. Direct aardgasvrij of eerst nog met de cv-ketel?

Al met al is het verwarmen met een warmtepomp voor de meeste woningen aanzienlijk goedkoper en duurzamer dan verwarmen met een CV-ketel. De vraag is vooral of jij en je huis er al klaar voor zijn. Ben je nog niet helemaal klaar voor de opverstap omdat je nog geen lage temeparatuur verwarming hebt of de isolatie nog beter kan, kies dan voor een all-E ready warmtepomp. dit bespaart je meer dan een hybride warmtepomp en je kan, als je huis er klaar voor is, zonder extra kosten overstappen op aardgasvrij.

Kwaliteit en duurzaamheid

Kies een slimme warmtepomp

Steeds meer warmtepompen kunnen de kosten van verwarmen en koelen velagen doordat ze slim inspelen op de prijs van stroom en de weersvoorspelling. hierdoor gebruiken we steeds meer duurzame stroom en ontlast je het stroomnet.

Voorkom lucht en vuil in het systeem

Laat bij de installatie van de warmtepomp een luchtafscheider en een vuilfilter plaatsen. Hierdoor zal de installatie langer en beter functioneren en voorkom je mogelijk storingen.

Hoe kies je een goede installateur?

Wij geven de voorkeur aan een installateur bij jouw buurt. Ga je zelf op zoek? kijk naar de reviews en vraag de certificaten voor de klus. Wij kennen ook vakmensen in de regio, bij veel warmtepompen op de site kan je daarom een kosteloos verwijzingverzoek plaatsen.

Controleer dit ook vooraf

Is er een warmteplan voor jouw wijk?

Jouw gemeente heeft een warmteplan ('transitievisie warmte') opgesteld. Hiern staat wat de opties zijn voor jouw wijk. Het is slim om te weten wat je kan kiezen naast een eigen warmtepomp, kijk op deze kaart.

Hoe zit het met geluid?

Overdag mag een warmtepomp maximaal 45 dB geluid maken. Tussen 19:00 en 07:00 is dit maximaal 40 dB. Wil je dit eens horen en woon je in een deelnemende gemeente? Kom dan eens langs voor demonstratie.

Check de subsidie

Controleer of de aangeboden warmtepomp in de RVO-subsidielijst staat.
Naar de RVO-site

Heb je voldoende ruimte?

Controleer of je ruimte hebt voor een boiler en of de vloer voldoende draagvermogen heeft. Soms is ook een binnenunit of een buffervat nodig, controleer of je hiervoor voldoende ruimte hebt.

Heb je voldoende stroom?

Oudere huizen hebben vaak een 1x35 Ampère aansluiting. Ga je over op de warmtepomp dan zal je een drie-fase aansluiting nodig hebben. Een 3x25 Ampère aansluiting is even duur maar geeft meer vermogen. Vraag aan de installateur of dit nodig is en regel dit zonodig op tijd met de netbeheerder en een elektromonteur voor de groepenkast.

Hoe krijg je subsidie?

Je kunt op de aankoop van een warmtepomp vaak subsidie krijgen. De hoogte van deze ISDE-subsidie hangt af van het soort warmtepomp en het vermogen. Op deze pagina lees je de voorwaarden en ontdek je hoe je subsidie aanvraagt. Je vraagt de subsidie achteraf aan.

Nog niet helemaal toe aan een volledige warmtepomp?

Misschien past een all-Electric-ready warmtepomp beter bij jouw situatie omdat jouw woning nog niet goed is geïsoleerd of de cv-ketel nog niet aan vervanging toe is. 
Het voordeel is dat je direct tot wel 85% aardgas kan besparen en met deze warmtepomp kan doorgroeien naar aardgasvrij als het jou uitkomt.

Twijfel je en wil je liever eerst advies of een demonstratie? Kom dan langs in het Regionaal Energiecentrum.